Een smeltkroes


Wie zou nog kunnen zeggen
dat er geen hel bestaat,
wanneer je hoort dat iemand
door zoveel wanhoop gaat?
Om niets geschopt, geslagen!
Waarom? Ik weet het niet
en net zo min begrijp ik:
hoe draag je zo'n verdriet?

En toch, met diepe wonden,
beschadigd en ontwricht,
heeft hij het licht gevonden,
zich naar omhoog gericht.
Op tijd door God gegrepen,
ontkomen aan de nacht,
kwam er een engel nader
die troost en vrede bracht.

Soms wordt een mens in 'n smeltkroes
gelouterd als het goud,
tot hij na die beproeving
iets edels overhoudt.
Als werktuig in Gods handen,
gevormd in 's levens strijd,
is hij een vriend geworden
die met zijn naasten lijdt!

Frits Deubel

home