Een schreeuw!


Het wit van de grootste vreugde,
ik zie het helaas niet meer.
Het zwart van de diepste ellende,
ja, zelfs dat vind ik niet, Heer.
Alles is grijs en verdrieitg
en nergens bent U er, God
om mij nog eens te bevrijden
van 'n angstig, troosteloos lot.

Het is de schreeuw van een sterv'ling,
'n roepende in de woestijn,
gelijk er zo velen twijf'len
of U er, God, wel zult zijn.
Soms bid ik heel luid hun namen
en hoop maar dat U het hoort.
Dan ijlt de sneltrein weer verder,
dendert beangstigend voort.

We zijn vervreemd van elkander:
"Opzij, ik moet er voorbij
en als ik morgen wat tijd heb,
maak ik mijn naaste wel blij!"
Waarom niet elke dag even
die roependen met hun klacht
gedenkend met zoveel warmte
als het van mij wordt verwacht?

Frits Deubel

home