Vaders graf


Ik sta zo meen'ge nacht
bij vaders graf te wachten.
Ik roep hem, spreek met hem
in duizenden gedachten.
Ik steek een kaarsje aan
en zacht hoort men mij huilen.
Dit is de schoonste plaats
om als een kind te schuilen.

Er is zoveel geschied
dat harten liet verscheuren.
Mijn God, hoe kon toch ooit
dit smartelijks gebeuren?
Familie, vrienden en
veel buren die hier rusten,
maar nooit de vijand, nooit
de vlam der liefde bluste.

 Ik zie geen enk'le bloem,
waar ze eerst welig groeiden
en dartelend de wind
met groene twijgen stoeiden.
Het is als blies de dood
zijn adem langs de zerken.
Wie zal nog ooit de steen
van vaders graf bemerken?

Ik sta zo meen'ge nacht
alleen met mijn gedachten,
hier, bij dit kille graf
waar vader ligt, te wachten.
Maar plots valt er een straal
als goud vanuit den hoge.
Droom ik of is het echt?
Ik open blij mijn ogen!

Er staat een bloemenzee
en blaad'ren nooit meer kwijnen.
De dood en duisternis
door 'n hemels licht verdwijnen.
Ik weet, ik voel, ik zie,
dit is geen angstig dromen.
Hier zal de nieuwe dag
met al zijn schoonheid komen!

Frits Deubel

home