De kerstboom


Ze hadden hem heel lang gespaard,
zoals dat gaat met bomen
die, omdat ze zijn kromgegroeid,
nooit binnen zullen komen.
En ieder jaar verdwenen ze,
die pronkend naast hem stonden.
Ze werden uit de grond gespit
en op een kar gebonden.

Hij wist zich moederziel alleen,
voor hem kwamen geen lichtjes
en de bewonderende blik
uit stralende gezichtjes.
En op de avond voor de kerst,
toen 't kaarslicht werd ontstoken,
stond hij er echt verlaten bij,
gebogen en gebroken.

Toen ieder zong van 't Kindje klein,
in Bethlehem gekomen
en dat er maar zo weinigen
Hem hebben aangenomen,
dacht hij: Dit Kindje wilde hier
de duisternis doorbreken.
Ik zelf weet wat het zeggen wil:
op aarde licht ontsteken!

Frits Deubel

home