Breekbaar en toch bruikbaar!
2 Kor.: 4,7


Breekbaar en toch bruikbaar
als een aarden vat,
dat vanaf de aanvang
hemelwaarde had.
't Is slechts de omhulling
die tot stof vergaat,
maar wat werd verzameld
nooit de ziel verlaat.

Breekbaar en toch bruikbaar
heeft God ons gemaakt,
als de Pottenbakker
zachtjes aangeraakt.
Wie of wat wij waren
heeft Hem nooit belet,
dat Zijn gouden stempel
op ons werd gezet.

Breekbaar en toch bruikbaar,
nimmer hol en leeg,
omdat het de rijkdom
van God zelf verkreeg,
als een vat dat stromend
liefd' en vree verspreidt,
tonend nu reeds waarden
van de eeuwigheid!

Frits Deubel

home