Hun handen!


Hun handen moesten spreken!
Ze waren doof en blind
en konden minder zeggen
dan een onmondig kind,
maar door verweven handen
werd tastbaar ieder woord,
dat op bijzond're wijze
door beiden werd gehoord.

Ik weet niet wat ze zeiden,
maar zag hun handenpaar,
waarmee ze veel vertelden
als vrienden bij elkaar.
Ze voelden geen beperking,
uitbundig was hun groet,
zelfs zo spontaan als ik het
nog zelden heb ontmoet.

Misschien moet'k minder praten,
heb ik daarna gedacht.
Wellicht kon het door handen,
wat ik de ander bracht.
Mijn woorden zijn nog dikwijls
kaal en van inhoud leeg.
Ik zag wat men met handen
meer dan met spreken kreeg!

Frits Deubel

home