Ons scheepje


Ik weet nog dat ons heilig scheepje
de stille wateren bevoer.
De vlag hoog in de mast gehesen,
de Stuurman veilig aan het roer.
We waren als één volk verbonden,
zo Vader deed, zo was het goed
en op de boeg stond groot geschreven:
God is het die ons trouw behoedt!

Maar op een nacht kwamen de golven
met woeste krachten op ons aan.
Zou door de niets ontziende machten
ons ranke schip 't geweld doorstaan?
Ik zag er die de moed verloren,
ze sprongen smart'lijk over boord
en wie van ons heeft door de stormwind
hun angstig hulpgeroep gehoord?

Wij gingen door, soms iets gehavend,
maar uitziend naar de veil'ge kust.
Daar staan tienduizenden te wachten,
daar is voor ons de eeuw'ge rust!
Soms huilden wij als meen'ge drenk'ling
in een verlaten bootje dreef.
Het was de tijd die zwaar gehavend
zijn eigen triest verleden schreef.

God, laten wij toch samen redden
een ieder die in 't water ligt,
met harten die slechts willen troosten
en zonder oordeel of gericht.
Een volk, verkoren te verlossen,
brengt alle drenkelingen thuis.
Dat is de opdracht die wij kregen:
Leid allen naar het vaderhuis!

Frits Deubel

home