Alleengaanden


Ze gaan hun levenspad alleen
met duizend stille dromen.
Vaak ging een metgezel plots heen,
door ziekten weggenomen.
Bij velen was er nooit een mens
met wie zij alles deelden,
een vrouw, een man die liefdevol
hun diepe wonden heelde.

Zijn zij er lang reeds mee verzoend
of lijden zij er onder?
Schenkt God nog eens op hun gebed
dat langverwachte wonder?
Heeft Hij er soms een reden voor
en hoe kun je dit merken?
Is het geen opdracht hun gemis
berustend te verwerken?

Maar is "alleengaand" wel een woord
dat past om hier te zeggen?
Is het niet meer je diepe zorg
in Vaders handen leggen,
vertrouwend dat Hij bij je is,
zal helpen, troosten, strijden?
Dan hoef je nooit alleen te gaan
met Vader aan je zijde!

Frits Deubel

home