Jouw scheepje


Zwijg maar, kind, als golven dreigen.
God vaart in je scheepje mee
en Hij kent de woeste golfslag
van de tomeloze zee.
Hij leidt jou door de gevaren
naar de veil'ge oever heen.
Zwijg maar, God kent alle klippen
en Hij laat je nooit alleen!

Als je moe bent van de stormen,
die je angstig hebt doormaakt,
als je over boord geslagen
zelfs te water bent geraakt,
slaan zich altijd weer twee armen

vast en krachtig om je heen
en laat God je daarmee voelen:
nimmer laat Ik jou alleen!

Zwijg maar, kind, zelfs als het water
tot de rand gestegen blijkt
en het lijkt of 't wankel scheepje
nimmermeer de kust bereikt.
God staat aan het roer, Hij brengt je
waar je rust en vrede vindt.
Niet voor niets kreeg jij de naam van:
Gods geliefde, eigen kind!

Frits Deubel

home